![]() |
R/C Tank Combat Reglement Last Revision: June 28, 2005 [ English ] |
![]() |
||
|
Opmerking: Veiligheid is een belangrijk aspect in
R/C Tank Combat. Alle regels die in het kader
hiervan zijn bepaald zijn gemarkeerd met een
1.
Het
doel van R/C Tank Combat is om op een plezierige
manier tankslagen te houden met andere bouwers, die met veel enthousiasme
tanks op grotere modelbouwschaal bouwen, onderhouden en bedienen.
2.
Deze
regels zijn opgesteld teneinde een competitief,
veilig en uitgebalanceerd spel te spelen dat zowel team-
als individuele tactieken en strategie versterkt.
3.
De
regels kunnen in de loop der tijd veranderen als de stand der techniek of het
belang van de spelers of het spel dit vereist.
1.
Soort
voertuigen
2.
Voertuigclassificatie
3.
Schaal
a.
Alle
tanks, pantservoertuigen en bevoorradingsvoertuigen moeten worden gebouwd (a)
in schaal 1:6 of (b) minimaal 92 cm lang zijn, gemeten langs de romp van het
voertuig (schaal is dan van ondergeschikt belang). In alle gevallen moeten
breedte en hoogte van het voertuig in verhouding staan tot de schaal waarin
de lengte gekozen is.
b.
Alle
artilleriestukken en raketwerpers moeten in schaal 1:6 worden gebouwd.
c.
Alle
infanteristen moeten minimaal 30 cm lang zijn.
4.
Aandrijving
a.
Alle
voertuigen worden alleen elektrisch aangedreven (accu’s, batterijen of
zonnecellen). Verbrandingsmotoren
zijn niet toegestaan.
b.
Een duidelijk
gemarkeerde hoofdschakelaar voor het hoofdstroomcircuit moet op een makkelijk te bereiken plaats zijn aangebracht. Deze dient
om de stroom naar de motoren af te sluiten, ongeacht de signalen van het R/C-systeem. III. Bewapening
1.
CO2
en HP kanon
a.
Paintball
markers moeten buiten het slagveld of test terrein worden voorzien van een
fel gekleurde plug of barrelsock, om onbedoeld
afschieten van paintballs te voorkomen.
b.
In
het luchtaanvoersysteem van de marker moet een makkelijk bereikbare kraan worden aangebracht die de
aanvoer effectief afsluit wanneer het slagveld of testterrein verlaten wordt.
c.
Paintball
markers mogen van commerciële makelij zijn of zelfgebouwd.
d.
Alle
CO2 onderdelen vanaf de fles tot de marker moeten van commerciële makelij
zijn en voldoen aan de wettelijke bepalingen en/of keuringen.
e.
Commerciële
hoge druk persluchtsystemen en onderdelen daarvan moeten voldoen aan
wettelijke bepalingen en keuringen.
f.
Lage
druk persluchtsystemen (tot 5 bar) mogen zelfgebouwd zijn.
g.
Paintball
markers Paintball markers zijn qua mondingssnelheid gelimiteerd tot XXX m/s en de CO2- of
luchtdruk is gelimiteerd tot YYY psi. (nader te
bepalen)
h.
De
maximale elevatie van het kanon bedraagt 10 graden.
2.
Classificatie
bewapening
3.
Uitzondering
a.
Voertuigmodellen
die van origine meerdere hoofdwapens voeren mogen
worden uitgerust met meerdere markers, zolang slechts één wapen tegelijk kan worden
afgevuurd met een druk op de knop.
4.
Offensieve
classificatie
5.
Uitzonderingen
a.
De offensieve
classificatie voor voertuigen die met meerdere markers zijn uitgerust is
gelijk aan voertuigen met één marker. D.w.z. dat
het maximale aantal paintballs moet worden verdeeld
over de aanwezige markers.
6.
Defensieve
Classificatie
7.
Frontale
treffers worden genegeerd voor alle tanks,
ongeacht hun defensieve classificatie. Onder frontale treffer wordt verstaan:
a.
Alle treffers op het front van de romp.
b.
Een
treffer op het voorste rechte vlak van een hoekige toren.
c.
Een treffer
op de voorste 90º van een ronde toren in de rijrichting van de tank. In dat
geval moet dit gedeelte met twee kleine lijnen worden aangegeven.
d.
Een
treffer op de kanonmantel. Een treffer op een (onderdeel van) de
schietbuis wordt wel in mindering
gebracht op het aantal ‘fatale treffers’. Een
tankslag wordt bevochten tussen twee of meer teams, die proberen elkaar uit
te schakelen of te veroveren. Afhankelijk van het aantal deelnemers, het
terrein en/of de voorkeur van de spelers kan volgens verschillende scenario’s
worden gespeeld. Het uitbreiden van scenario’s wordt aangemoedigd, mits wordt
voldaan aan de volgende regels.
1.
Scheidsrechter
a.
b.
De
scheidsrechter vertelt voor aanvang van de tankslag wat het doel is van het
te spelen scenario.
c.
De
scheidsrechter geeft punten aan zowel teams als individuele spelers als de
doelen behaald zijn.
d.
De
scheidsrechter geeft strafpunten aan zowel teams als individuele spelers als
overtredingen worden begaan
2.
Veiligheid
a.
Paintball
markers mogen alleen geladen en afgevuurd worden in periodes en op plaatsen
aangegeven door de scheidsrechter. Hierbuiten moet de CO2- of persluchtkraan
dicht staan en moet de barrel plug of socket
geplaatst zijn.
b.
Alle
spelers moeten een volgelaatsmasker dragen zodra de
markers geladen en gevechtsgereed zijn.
c.
Het
is ten strengste verboden om opzettelijk
te richten en vuren op personen, dieren en objecten anders dan die voor dit
doel zijn ontworpen en gebouwd. Overtreding van deze regel wordt door de
scheidsrechter zwaar bestraft.
d.
De
speler moet zich tijdens het gevecht bewust zijn van alle objecten en
personen die achter het door hem gekozen doel liggen en hij dient het
aanschieten van deze objecten/personen zo veel mogelijk te vermijden. Het
aanschieten van spelers die zich achter hun tank of geschutsopstelling
bevinden kan echter niet altijd worden voorkomen.
e.
Wanneer
één van de spelers “STOP STOP STOP” roept dienen
alle voertuigen onmiddellijk halt te houden en mogen geen patronen worden
gevuurd. Het gevecht mag weer worden hervat op aanwijzing van de
scheidsrechter. Dit staakt-het-vuren dient alleen te worden afgeroepen
wanneer een ernstig veiligheidsincident plaatsvindt of dreigt te ontstaan.
3.
Thuisbasis
a.
Alle
voertuigen en geschutsopstellingen moeten binnen hun thuisbasis staan aan het
begin van de tankslag.
b.
Voertuigen
en geschutsopstellingen mogen op elk moment tijdens het gevecht terugkeren
naar hun thuisbasis om te herladen of reparaties uit te voeren
c.
De scheidsrechter
bepaalt voor aanvang van de tankslag hoeveel voertuigen maximaal op de
thuisbasis mogen staan tijdens het gevecht, inclusief
bevoorradingsvoertuigen.
d.
Wanneer
het reÏncarnatie-scenario wordt gespeeld mag een
voertuig of geschutsopstelling het gevechtsveld weer betreden na terugkeer in
de thuisbasis. Afhankelijk van het aantal spelers en hun voorkeur kan door de
scheidsrechter hieraan een limiet worden gesteld. Ook kan de scheidsrechter
een wachttijd bepalen waaraan een voertuig of geschutsopstelling moet voldoen
alvorens opnieuw het gevechtsveld te betreden.
4.
No
Fire Zone
a.
Een
voertuig of geschutsopstelling dat zich in deze zone (inclusief thuisbasis)
bevindt mag niet vuren of beschoten worden. Dit om de in de thuisbasis
aanwezige personen niet in gevaar te brengen.
b.
De
thuisbasis of No Fire Zone van de tegenstander mag
nooit betreden worden door een voertuig of geschutsopstelling.
c.
In de
No Fire Zone geldt een stopverbod, d.w.z. dat voertuigen of geschutsopstellingen die van of naar
de thuisbasis gaan dit moeten doen zonder noodzakelijke vertraging.
5.
Posities
van spelers
a.
Spelers
blijven minimaal 1,5 meter van alle voertuigen en geschutsopstellingen
verwijderd, behalve tijdens een Time Out (wordt later uitgelegd)
b.
Spelers
mogen zich echter niet ophouden in de vuurlijn tussen de verschillende
voertuigen of hier doorheen lopen.
6.
Tanks
en pantservoertuigen
a.
Tanks
en pantservoertuigen mogen tijdens het gevecht niet worden aangeraakt,
behalve in het geval van een Time Out of op de thuisbasis.
b.
Tanks
en pantservoertuigen mogen door andere voertuigen worden gesleept indien
nodig. In dat geval mag het voertuig alleen worden aangeraakt om aan- en af te koppelen.
c.
Tanks
en pantservoertuigen mogen alleen worden gerepareerd tijdens een Time Out of
op de thuisbasis.
d.
Tanks
en pantservoertuigen dienen minimaal 1,5 meter van andere voertuigen en
geschutsopstellingen verwijderd te blijven, tenzij dit door de tegenstander
wordt toegestaan
7.
Bevoorradingsvoertuigen
a.
Een bevoorradingsvoertuig mag vervoeren: ·
40 paintballs, of ·
1
accu, of ·
1 CO2- of HP air fles, of ·
4
soldaten.
b.
Bevoorradingsvoertuigen
mogen per keer maximaal één voertuig, geschutsopstelling of trailer slepen.
c.
Bevoorradingsvoertuigen
mogen te allen tijde bevoorraden over het gehele gevechtsveld. Tijdens een
‘’staakt het vuren’’ dient een bevoorradingsvoertuig onmiddellijk halt te
houden.
d.
De
voorraden mogen alleen tijdens een Time Out worden overgezet naar een
voertuig dat zich op een afstand van maximaal 1,5 meter van het
bevoorradingsvoertuig bevindt.
e.
Bevoorradingsvoertuigen
mogen alleen worden gerepareerd tijdens een Time Out of op de thuisbasis.
f.
Bevoorradingsvoertuigen
dienen minimaal 1,5 meter van andere voertuigen en geschutsopstellingen
verwijderd te blijven, tenzij dit door de tegenstander wordt toegestaan.
8.
Bevoorradingsdepots
a.
Spelers
die een bevoorradingsvoertuig bedienen mogen te allen tijde voorraden in- of uitladen, behalve wanneer het betreffende voertuig
of een depot onder vuur wordt genomen.
b.
Tijdens
een Time Out mag elk voertuig en elke geschutsopstelling worden bevoorraad uit eigen of vijandelijke depots
binnen 3 meter van het voertuig of de geschutsopstelling.
c.
Wanneer
twee of meer teams voertuigen of geschutsopstellingen binnen 3 meter van een
depot hebben staan bij het afroepen van een Time Out, dan mag alleen het team
dat het dichtst bij het depot staat gebruikmaken van het depot.
9.
Veldartillerie
en raketwerpers
a.
Veldartilleriestukken
en raketwerpers mogen zich alleen over het slagveld verplaatsen door
voortgetrokken te worden door een voertuig.
b.
Veldartilleriestukken
en raketwerpers mogen te allen tijde worden aan- of
afgekoppeld, behalve wanneer ze onder vuur worden genomen.
c.
Veldartilleriestukken
en raketwerpers moeten binnen een straal van 1,5 meter van de plaats waar ze
zijn afgekoppeld worden gepositioneerd.
d.
Veldartilleriestukken
en raketwerpers mogen te allen tijde worden herladen vanuit een
bevoorradingsvoertuig dat zich in een straal van 1,5 meter rondom het
veldartilleriestuk of de raketwerper bevindt, of vanuit een depot dat zich in
een straal van 3 meter rondom het veldartilleriestuk of de raketwerper bevindt.
e.
Veldartilleriestukken
en raketwerpers mogen tijdens het gevecht alleen worden gerepareerd tijdens
een Time Out of nadat het is getransporteerd naar de thuisbasis.
10.
Infanterie
a.
Infanterie
mag zich alleen rijdend in een voertuig over het slagveld verplaatsen.
b.
Infanterie
mag te allen tijde een voertuig in- of uitstijgen,
behalve wanneer het onder vuur wordt genomen.
c.
Infanterie
mag alleen binnen een straal van 3 meter binnen het punt waar het is
uitgestegen worden ingezet
d.
Infanterie
mag worden aangevuld vanuit een bevoorradingsvoertuig dat zich in een straal
van 1,5 meter rondom het veldartilleriestuk of de raketwerper bevindt, of
vanuit een depot dat zich in een straal van 3 meter rondom het
veldartilleriestuk of de raketwerper bevindt, behalve wanneer deze onder vuur
wordt genomen.
11.
Timeouts
a.
De
scheidsrechter bepaalt of een Time Out wordt toegekend, nadat deze is
aangevraagd door een teamleider.
b.
Wanneer
een voertuig, geschutsopstelling of depot onder vuur wordt genomen kan geen
Time Out worden toegekend.
c.
Bij
het toekennen van een Time Out dienen alle voertuigen behalve
bevoorradingsvoertuigen onmiddellijk halt te houden en worden alle
wapenbewegingen gestaakt (elevatie, torendraaiing). Voertuigen die zich in de
No Fire Zone bevinden richting thuisbasis mogen in
deze richting voortzetten.
d.
Bevoorradingsvoertuigen
zijn de enige voertuigen die over het slagveld mogen rijden tijdens een Time
Out.
e.
Tijdens
een Time Out mogen alle voertuigen en geschutsopstellingen worden bevoorraad
vanuit bevoorradingsvoertuig of depot, zoals eerder is aangegeven.
f.
Tijdens een Time Out mogen reparaties of onderhoud worden uitgevoerd,
zolang de positie hiervan niet wordt verbeterd (bijv. voertuig uit een
greppel halen, of de vuurpositie verbeteren)
g.
Wanneer
na het einde van de Time Out nog bevoorradings- of
reparatieactiviteiten worden uitgevoerd buiten de thuisbasis zal de
scheidsrechter strafpunten geven aan de betreffende speler of team.
1.
Puntenverdeling
a.
Individuele
scores zijn gebaseerd op het behaalde aantal punten n.a.v. uitschakelen van
doelen, bevoorrading en het behalen van gevechtsdoelen. Hierop wordt in
vermindering gebracht het aantal strafpunten zoals hieronder aangegeven.
b.
Team
scores zijn gebaseerd op de som van alle individuele puntentotalen. Hierop
wordt in vermindering gebracht het aantal strafpunten zoals hieronder
aangegeven. Het team dat het hoogste puntentotaal heeft is de winnaar.
2.
Punten
voor uitschakelen van doelen
a.
Teamleden
kunnen besluiten de punten te verdelen wanneer niet duidelijk is wie het doel
heeft uitgeschakeld.
b.
Als
een doel door eigen vuur wordt uitgeschakeld gaan de punten naar het
dichtstbijzijnde gewapende voertuig
of geschutsopstelling van de tegenpartij.
3.
Afleverkosten
a.
Afleverkosten kunnen vast worden gelegd voor
het begin van het gevecht of worden onderhandeld tijdens het gevecht.
b.
Afleverkosten mogen gevraagd worden aan ieder
team tijdens het gehele gevecht.
c.
De afleverkosten worden verdeeld door het
gehele ontvangende team. De opbrengst gaat direct naar de bevoorrader.
Op deze manier kan een
4.
Missiepunten
a.
In
dat geval moeten deze doelen doe de scheidsrechter voor aanvang van het
gevecht worden bekendgemaakt.
b.
Missiepunten worden naar inzicht van de teamleider
verdeeld over de
5.
Strafpunten |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Dit reglement is een vertaling van het Engelstalige origineel dat te vinden is op http://www.rctankcombat.com/rules/